JONA: i musici

Tenor Erik Janse

Tenor Erik Janse

Ik heb dinsdagmiddag Erik Janse horen optreden tijdens een lunchpauze concert in De Nationale Opera Amsterdam. Na afloop zei een mevrouw achter mij: “Wat heeft die man een mooie stem” en inderdaad, ze haalde de woorden uit mijn mond. Erik zingt heel vrij in de hoogste registers, nooit geknepen, altijd zuiver en aan de baskant is zijn stem mooi dragend en met een vol timbre. En jawel, wij zijn blij dat Erik een belangrijk aandeel heeft in onze JONA-cantate. Hij zingt de recitatieven van de verteller en wordt daarin begeleid door klarinettist Marnix van den Berg en Theo Saris Ook van Marnix en Theo mogen we mooi vuurwerk verwachten.  (Tekst: Alfons van der Mullen)

 

Marijn Slappendel studeerde aan de faculteit Muziek van Hogeschool voor de Kunsten Utrecht en het Nederlands Instituut voor Kerkmuziek te Utrecht. Hij behaalde daar achtereenvolgens de diploma’s Docerend Musicus en Uitvoerend Musicus Orgel, Kerkelijk Orgelspel en Koordirectie. Zijn orgeldocenten waren Reitze Smits en Willem Tanke. Koordirectie studeerde hij bij Krijn Koetsveld. Hij studeerde

Dirigent, organist, Marijn Slappendel

Dirigent, organist, Marijn Slappendel

klavecimbel bij Bob van Asperen en specialiseerde zich op het gebied van Basso Continuo bij Thérese de Goede aan het Conservatorium te Amsterdam.

Hij is als cantor-organist werkzaam in de Grote of Barbarakerk te Culemborg waar hij een scala aan kerkmuziek uitvoert, stammende van de 17de eeuw tot vandaag. Hij leidt daar de Barbara Cantorij en Camerata da Fusignano of het Culemborgs Cantate Orkest in de serie maandeijkse cantatevespers. Jaarlijkse hoogtepunten zijn de Johannes Passie (Bach) op Palmzondag en het Requiem (Mozart, Fauré) op de laatste zondag van het kerkelijk jaar.

Marijn maakt deel uit van het Trio da Fusignano en werkt als continuospeler met ensembles en orkesten als Musica ad Rhenum en Concerto d’Amsterdam. Bovendien doceert hij met veel plezier orgel, piano en klavecimbel aan leerlingen van zeer uiteenlopende leeftijd en niveau.

Els Althuizen. Het blokfluitensemble Flûtes à Lek is in de jaren ’90 ontstaan aan “de Plantage, centrum voor de kunsten” in Culemborg. Het gezelschap bespeelt blokfluiten in verschillende maten; van

Els Althuizen, docente van Flûtes à Lek

Els Althuizen, docente van Flûtes à Lek

sopranino tot contrabas. Dat levert een heel palet aan klankmogelijkheden op en de uitdaging om het geluid van al die instrumenten tot een mooi geheel te laten versmelten. Het ensemble speelt muziek uit de Renaissance, de Barok en de 20e eeuw. Dit repertoire omvat zowel originele composities als bewerkingen voor blokfluitensemble. De naam van het ensemble verwijst naar de streek waar het ensemble ontstond (rond de rivier de Lek) en naar het Franse woord voor blokfluit, “flûte à bec”. Het gezelschap bestaat uit: Els Althuizen, Simon Dijk, Mariëlle Jacobi, André Pels, Myrthe Versluijs en Marijke Voogsgeerd. Els Althuizen geeft leiding aan het ensemble. Zij ontving haar opleiding aan het Brabants Conservatorium en studeerde bij Pieter van Veen en Elly Baghuis. Later studeerde zij bij Marijke Miessen en Pedro Memelsdorff.

René van Loenen, dichter/librettist, werd in 1950 geboren in Hilversum. Na de HBS studeerde hij Nederlands MO in Amsterdam en Utrecht. Van 1972 tot 2010 was hij als leraar Nederlands verbonden aan het Koningin Wilhelmina College in Culemborg.

Eind jaren zeventig begon hij met het schrijven van gedichten en liedteksten. In de jaren tachtig en negentig schreef hij teksten voor de IKON, voor Pax Christi en voor het conciliair proces voor gerechtigheid, vrede en heelheid van de schepping. Hij werkte mee aan

Libretto: René van Loenen

Libretto: René van Loenen

het project ‘Een sjofele koning’ (onder redactie van Karel Deurlo en Karel Eykman). Met Hans Bouma, Wim Pendrecht en Joke Ribbers werkte hij aan de totstandkoming van de driedelige bundel kinderliederen ‘Bij hoog en bij laag’ (Kok, Kampen 1990-1991). Hij publiceerde enkele bundels met gedichten, liedteksten en gebeden, waaronder ‘Nacht die ons zal dagen’ (Kok, Kampen 1990). Ook vertaalde teksten uit de Ionatraditie en was hij betrokken bij het project ‘Psalmen voor Nu’. Aan het nieuwe ‘Liedboek’ (Zoetermeer 2014) droeg hij 19 teksten bij.

Vanaf het jaar 2000 legde hij zich meer toe op het schrijven van poëzie. Hij publiceerde bij Mozaïek de bundels ‘Mooi voetenwerk’ (2004), ‘Straatliefdegras’ (2009) en ‘Pleisterplaats’ (2014). Zijn gedichten werden in diverse bloemlezingen opgenomen.

In 1993 ontving hij de Prijs van de Leuvense Kerkmuziekdagen en in 2003 de Plantage Poëzieprijs in Amsterdam. www.renevanloenen.nl

 

Theo Saris (zonder foto) werd geboren in 1946 te Rotterdam en was al jong muzikaal actief bij het kerkkoor. Hij studeerde koordirectie bij Hans Ponten, orgel bij Bernard Bartelink en piano bij Thom Bollen aan de kerkmuziekschool te Utrecht. In 1968 deed hij eindexamen koordirectie en werd dirigent van het kerkkoor van “De Boom” in Amsterdam. Zijn orgelstudie kreeg een vervolg aan het Amsterdamsch Conservatorium bij Albert de Klerk. In 1970 verwierf hij daarvoor de Prix d’Excellence. Tot in 1975 gaf hij regelmatig orgelconcerten,  maar het orgel raakte steeds meer op de achtergrond, ook omdat hij intussen piano studeerde bij Jan Wijn, bij wie hij in 1976 aan het Amsterdamsch Conservatorium het diploma solospel behaalde.

Al tijdens zijn studie werd hij aangesteld als docent algemene theoretische vakken aan het Arnhems Conservatorium en iets later als pianodocent aan het instituut voor Kerkmuziek te Utrecht. In die tijd was hij dirigent van het ambtenarenorkest van de gemeente Amsterdam en nam daarom vioollessen bij Camille Jacobs en orkestdirectielessen bij Frits Kox. Van 1978 tot 1995 dirigeerde hij het Haarlems Kamerkoor. In 1994 werd hij artistiek leider van de Stichting Cambiata Koorprojecten. Bij veel koren verving hij af en toe de dirigent, soms voor een wat langere periode. Zijn hele loopbaan lang is hij actief als pianist, in solorecitals en in kamermuziekverband o.a. als artistiekleider van het Davidov Consort.

Alfons van der Mullen (27 dec 1947, Curacao) studeerde aan de Academie voor Beeldende kunst in Tilburg en volgde aan het conservatorium aldaar lessen in muziektheorie. Hij was tekenleraar op Curacao en te Mijdrecht en was koordirigent en 16 jaar lang dirigent van het orkest dat nu bekend staat als het

Alfons van der Mullen

Alfons van der Mullen

BSO (Tiel). Hij kreeg compositielessen van Daan Manneke, Carlos Michans, Caroline Ansink en Rob Goorhuis en componeerde o.a. kamermuziek, koormuziek en muziek voor het theater. Zo schreef hij voor bevrijdingsdag 1995 een avondvullende cantate “De Dageraad der Vrijheid” voor spreekstem, sopraan soliste, blaaskwintet, klein koor, groot koor en orkest. Verder schreef hij een cantate op het verhaal van de Barmhartige Samaritaan (voor tenor- en bariton solo, klein dameskoor (SSA) en 2 piano’s). Op 5 mei 2010 voerde het Culemborgs Kamerkoor zijn avondvullende cantate “Die dag in mei” uit (voor sopraan soliste, kinderkoor, gemengd koor, orgel en kamerorkest). In juni 2012 werd zijn “Geheim van de Waterlinie” uitgevoerd (muziek voor sopraan, mezzo sopraan, 2 klarinetten, fagot, trompet, altsax, trombone en slagwerk: Fort het Spoel te Culemborg, script: Kees van der Zwaard) en in oktober 2013 zijn “Dierenliederen”: tien liederen voor kinderkoor en kamerorkest op gedichten van Ivo de Wijs (in de Fransche School o.l.v. Hein Franssen). www.alfonsvandermullen.nl.